Lichaamsgerichte 
  therapie gaat over 
  adem, beweging en 
  geluid
  Lichaamsgerichte therapie werkt met drie 
  kernprincipes: adem, beweging en geluid.
  Deze drie vormen van expressie zijn vaak 
  geblokkeerd bij mensen met spanning of 
  onverwerkte emoties. Door ze weer ruimte te geven, 
  ontstaat ontspanning en herstel.
  Adem
  Spanning beïnvloedt de ademhaling. Vaak wordt er 
  hoog en oppervlakkig geademd – alsof het lichaam 
  probeert emoties te ontwijken. Maar wie niet meer 
  diep durft te ademen, houdt spanning vast. Bewust 
  en lager ademen helpt emoties weer toe te laten en 
  los te laten.
  Soms zit deze hoge ademhaling diep verweven in de 
  persoonlijkheid. Alsof er onbewust besloten is: “Laat 
  ik maar niet meer voelen, het is te veel.”
  Beweging
  Onder druk verstijven mensen. Letterlijk. Ze houden 
  zich klein, blijven stil, en vermijden actie. Dat geeft 
  tijdelijk rust, maar op lange termijn verkrampt het 
  lichaam.
  Beweging – fysiek, maar ook emotioneel – is nodig 
  om spanning kwijt te raken. Het lichaam herstelt zijn 
  flexibiliteit, de geest komt weer in beweging.
  Geluid
  Ook geluid stokt bij spanning. In plaats van te 
  zuchten, roepen of kreunen houden mensen zich stil. 
  Dat is soms nodig – bijvoorbeeld bij gevaar – maar 
  op de lange termijn wordt stilte een 
  overlevingsstrategie.
  Expressie via stem en geluid herstelt de verbinding 
  met jezelf en je omgeving. Wie zich laat horen, geeft 
  zichzelf ruimte.
  Vermomde blokkades
  Soms lijken mensen juist heel druk of expressief, 
  maar blijft het echte gevoel verborgen. Veel praten 
  of bewegen betekent niet altijd dat iemand in 
  contact is met zichzelf. Ook stilte en stilstand kunnen 
  zich vermommen.
  Daarom werkt lichaamsgerichte therapie niet alleen 
  met wat zichtbaar is, maar vooral met wat gevoeld 
  wordt.
  Van blokkade naar vrijheid
  Lichaam en geest beïnvloeden elkaar. Vastgezette 
  emoties leiden tot spierspanning, verkramping, 
  vermijding. Maar door gerichte oefeningen kun je 
  weer ruimte maken – letterlijk én figuurlijk.
  Je leert voelen wat je voelt, het toelaten, ermee 
  blijven. Je herkent oude patronen, overtuigingen en 
  beschermingsmechanismen. Intuïtie krijgt weer plek.
  Zo ontstaat persoonlijke vrijheid – niet als idee, 
  maar als ervaring.
  Wie ademt, beweegt en zich laat horen, maakt 
  ruimte voor wie hij werkelijk is.
  Van spanning naar ontspanning. Van blokkade naar 
  leven.
  1) Lowen, A. & Lowen, L. (1993). Bio-energetische oefeningen. (5e 
  dr.) Cothen: Servire
 
 
 
 
 
  Professioneel én betrokken